Het gebied werd tot 1858 onder een handvest bestuurd door de Britse Oost-Indische Compagnie.
Vanaf 1876 regeerde de Britse koningin Victoria deze kolonie niet meer als koningin van het Verenigd Koninkrijk en het Britse Rijk. Men spreekt van 1876 tot 1947 dan ook wel van het Keizerrijk India. Maar Victoria regeerde niet zelf, een onderkoning trad op als haar plaatsvervanger. Deze maakte op zijn beurt weer gebruik van de macht van Indiase adel (Radja's en Maharadja's). Mede door deze afgedwongen samenwerking lukte het de Britten India, waarvan de bevolking vele malen groter was dan die van het 'moederland', onder controle te krijgen.
Een groot deel van Brits-Indië bleef dus door inheemse vorsten bestuurd worden. Zij werden bijgestaan en in de gaten gehouden door Britse bestuursambtenaren. Hoewel de vorsten soms zelfs een eigen leger en luchtmacht bezaten, was hun onafhankelijkheid door verdragen en de dominante positie van de Britten sterk ingeperkt.
Waar kan je terugvinden wat de namen van dorpen waren rond 1900 en nu
BeantwoordenVerwijderen